Senior zijn
Bij alle activiteiten die ik nog onderneem als Statenlid, zit ik ook af en toe te mijmeren wat ik als senior nog wil. Wat kan en wil ik als senior nog bijdragen aan een nieuwe maatschappij in de toekomst.
Ik heb inmiddels lang meegedraaid. Vanuit een verleden waarin het lang niet altijd goed was. Waar we in de loop van de tijd in geslaagd zijn verbetering in aan te brengen. Maar waar ook niet bedoelde en niet gewilde ontwikkelingen plaatsvinden, zoals de klimatologische en de achteruitgang van de biodiversiteit.
Als senior ben ik me er van bewust dat ik ga bijdragen aan de inrichting van een nieuwe maatschappij en economie, waarvan ik grote delen niet meer zal meemaken. En vertaal ik dat naar senioriteit in het algemeen dan sluipt er toch wel in van “we geloven het wel “ , “het zal onze tijd wel duren” “Laat al die veranderingen maar aan ons voorbij gaan”. En dat ondanks al die mensen (waaronder senioren zelf) die je een soort tegenovergestelde houding willen aanpraten. En waarin ze zelfs kunnen doorschieten alsof de senioren nog bepalen hoe de nieuwe wereld er uit zou moeten zien.
Nee jongere generaties moeten het beeld bepalen van de toekomst. Ik vind dat ik dat als senior ook aan hen moet overlaten. Wel kan ik, desgevraagd , een steentje bijdragen vanuit mijn kennis en de jarenlang opgedane ervaring.
Het zou trouwens ook zonde zijn om senioren niet te betrekken. Veel meer dan vroeger gaan mensen met pensioen terwijl ze nog heel fit zijn. Ze zouden nog best een goede bijdrage kunnen leveren. Maak er dus gerust gebruik van zou ik zeggen, maar dan wel vanuit hoe volgende generaties het voor ogen zien. Daarmee geven ook senioren inhoud aan wat tegenwoordig steeds meer als een van de belangrijkste pijlers wordt gezien in de brede welvaart: het verantwoord doorgeven van de wereld aan volgende generaties. En tenslotte daarbij er wel om denken: senioren willen natuurlijk ook zelf zoveel mogelijk bepalen hoe zijzelf in die “nieuwe” wereld willen leven.